Producten
Actueel Maïs
-
Vroeg veel voederwaardeopbrengst met Benedictio Voor meer veehouders is het dit seizoen lastig om een juiste maïsrassenkeuze te maken. Dit heeft alles te maken met de vraag of er op zand- en lössgrond voor onderzaai van het vanggewas gekozen wordt of voor nazaai. Bij het maken van deze keuze is een belangrijke rol weggelegd voor de loonwerker. Als de veehouder overweegt om een vroeg ras te zaaien met het doel deze voor 1 oktober te laten hakselen, dan is het aan de planning van de loonwerker om te zien of dat überhaupt mogelijk is. Ervaringen in de jaren 2015 en 2016 hebben laten zien dat dat nog niet zo eenvoudig is. Aan de andere kant hebben ervaringen uit het verleden laten zien dat onderzaai ook niet altijd even succesvol is gebleken. Met name een effectieve onkruidbestrijding op probleempercelen is zeer lastig. Onder andere als gevolg van de discussie over onderzaai of nazaai is de weg ingeslagen naar de keuze voor vroegere maïsrassen. Dit is terug te zien in de bestellingen van de maïsrassen. Voor het maïsras Benedictio is dit jaar enorm veel belangstelling. Benedictio staat vermeld op de Nederlandse Aanbevelende Rassenlijst 2019 – snijmaïs vroeg en korrelmaïs. Het ras scoort met 105 in de rijpheidscategorie vroeg een ds-opbrengst die vergelijkbaar is met het gemiddelde van de rijpheidscategorie middenvroeg. Ook de voederwaardeopbrengst is bovengemiddeld. Een derde belangrijk voordeel van Benedictio is de mate van oogstzekerheid. Daar waar andere rassen geveld werden door wortellegering als gevolg van stormachtige wind in de afgelopen groeiseizoenen, bleef Benedictio kaarsrecht overeind staan. Omdat Benedictio tevens een aanbevolen ras is op de korrelmaïsrassenlijst, is aan de hand van de korrelvroegrijpheid te zien dat het echt om een vroeg ras gaat. Benedictio is de beste keuze als het gaat om vroegheid, oogstzekerheid, ds-opbrengst en voederwaardeopbrengst. Meer informatie over Benedictio is HIER te vinden. of raadpleeg uw regionale KWS-adviseur.
-
In de nieuwe KWS-maïsrassenbrochure 2019 vindt u alle toprassen van KWS op volgorde van (korrel)vroegrijpheid overzichtelijk gerangschikt. Bij de diverse proefinstanties, welke actief zijn in het maïsrassenonderzoek, zijn de KWS-maïsrassen weer onderzocht. De KWS-maïsrassen hebben bij deze proefinstanties uitstekende resultaten opgeleverd in opbrengst, kwaliteit, alsook in landbouwkundige eigenschappen. De combinatie van deze zaken bepaalt uiteindelijk het saldo van de teelt van maïs op uw bedrijf. Al deze informatie vindt u terug in de KWS-maïsrassenbrochure 2019. Aan de hand van de Maïsadvisor die u tevens in de brochure aantreft, kunt u zeer eenvoudig uw keuze maken. De 4-P’s in de brochure vertellen u waarom u bij KWS aan het juiste adres bent voor de beste maïsrassenkeuze. U kunt de nieuwe KWS-maïsrassenbrochure verkrijgen via uw regionale KWS-maïsadviseur. Ook heeft u de mogelijkheid om informatie over de teelt en het gebruik van KWS-maïsrassen te raadplegen op de speciaal voor u ontwikkelde en gratis te downloaden KWS-maïsmanager App, of deze te bekijken op de website: www.kws-maismanager.com
-
Al voor het derde achtereenvolgende jaar scoort het maisras Megusto als beste met de hoogste voederwaardeopbrengst op de Aanbevelende Rassenlijsten van Nederland en België. Dit bewijst overduidelijk zijn kwaliteit, wat naast de hoogste korrelopbrengst, ook tot uiting komt in goede cijfers voor de landbouwkundige eigenschappen, zoals vroegheid bloei. Ook roemen telers Megusto zijn hoge voederwaarde, wat niet alleen tot uiting komt in een hoge zetmeelopbrengst, maar ook een hoge zetmeelconcentratie en verteringscoëfficiënt van de totale organische stof. Dit resulteert in veel glycogene energie, wat sterk melkdrijvend werkt. Megusto is een vroege enkelvoudige hybride met een FAO 220. Het ras is daarom zeer geschikt om te zaaien op alle grondsoorten in heel Nederland. Ook is het ras door zijn vroegheid in de korrel zeer geschikt om te oogsten voor 1 oktober, wanneer er met ingang van 2019 niet voor onderzaai wordt gekozen. Het ras kenmerkt zich door zijn stevige en gedrongen gestalte. In de afgelopen groeiseizoenen hebben maisrassen, als gevolg van de klimaatverandering, veel te verduren gehad. Daar waar andere rassen door wortellegering volledig plat waaiden, bleef Megusto kaarsrecht overeind. De kolven zijn zeer uniform en tot de top gevuld. Dit resulteert al 3 jaar lang in de absolute nummer 1 positie op de Aanbevelende Rassenlijsten. Dit komt in de praktijk tot uiting in zeer goede kuiluitslagen. Met Megusto wordt er meer zetmeel per hectare en per kilogram droge stof geoogst, waardoor er minder krachtvoer hoeft te worden aangekocht. Daarom is de term ‘ krachtvoermais’ voor Megusto een zeer terechte. Wilt u meer informatie over Megusto? Neem dan contact op met uw KWS-adviseur of kijk op www.kws-maismanager.com.
-
Autens is in Nederland als nieuw ras opgenomen op de Aanbevelende Rassenlijst 2019 - silomais zeer vroeg-vroeg. Ook is er in de praktijk op grote schaal ervaring opgedaan. Deze is zeer positief geweest. Veel telers die Autens geteeld hebben, kunnen dit beamen. Door een uitstekende jeugdgroei en zeer vroege bloei is Autens, in tegenstelling tot heel veel andere maïsrassen, in staat geweest om een goede kolf te vormen voordat de droogte serieus toesloeg. Dit heeft geresulteerd in goede opbrengsten en heel goede voederwaarderesultaten. Ook heeft Autens de zomerstorm in augustus goed doorstaan en niet gelegerd is, waardoor de Autens zeer vroeg en goed gehakseld is. Er bestaan verschillende redenen waarom er de wens kan zijn om zeer vroege maïs te telen: De regio: de klimaatzone bepaalt de vroegrijpheid van het ras. Hoe noordelijker, des te lager de temperatuur. De grondsoort: koude klei/zavelgrond warmt in het voorjaar nu eenmaal minder snel op dan zandgrond. Het zaaitijdstip: wanneer bijvoorbeeld gekozen wordt om te zaaien in grasland waar eerst nog een snede geoogst is. Het oogstmoment: als bewust vroeg geoogst moet worden om te voldoen aan de wetgeving door het vanggewas uiterlijk 1 oktober te zaaien. Het teeltdoel: wanneer de maïs niet alleen voorbestemt is om te oogsten als silomaïs, maar als MKS Autens is met FAO 180 één van de aller vroegste rassen Autens is één van de aller vroegste rassen van de Nederlandse Aanbevolen Rassenlijst 2019. Hiermee wordt bedoeld dat deze vroeg is in drogestofpercentage totale plant. Nog belangrijker is de vroegrijpheid van korrel. De korrel bepaalt namelijk van nieuwe, moderne maïsrassen het oogstmoment en niet de restplant. Dat geldt ook voor Autens, zo blijkt uit onderzoek. Autens beschikt met het cijfer 9,5 over een zeer goede beginontwikkeling, wat op de Aanbevelende Rassenlijst vermeld staat als Snelheid grondbedekking. Dit is zeer belangrijk voor teelt op zwaardere grond of kieming onder koudere condities. Autens heeft een hoge voederwaarde Autens scoort zeer goed op voederwaarde door een 105 voor zetmeelgehalte*. Naast een vroege oogst is de teler verzekerd van een kwalitatief hoogwaardige silomaïskuil. Goede builenbrand- en maïskopbrandresistentie Telers die in het verleden problemen hebben ondervonden van builenbrand en/of maïskopbrand of dit in de toekomst willen voorkomen doen er ook goed aan om voor Autens te kiezen. Autens scoort een 8,5 op builenbrandresistentie is weinig gevoelig voor maïskopbrand. Deze combinatie van extreme vroegheid, goede landbouwkundige en zeer goede veevoedkundige eigenschappen maakt dat Autens zeer oogstzeker is en daarmee geschikt voor teelt in heel de Benelux. Dit betekent ook dat Autens in heel Nederland met zekerheid rijp geoogst vroeg kan worden, zodat er voor ten laatste 1 oktober een vanggewas gezaaid kan worden. Dit is belangrijk voor de telers op zand en lössgronden die in 2019 niet aan onderzaai willen gaan doen. Vraag uw maïszaadleverancier of KWS-adviseur om meer informatie over Autens voor teelt in het komende seizoen. *Bron: CSAR Aanbevelende Rassenlijst 2019 – snijmaïs zeer vroeg / vroeg
-
KWS ziet dat er in het hedendaagse leven meer en meer mensen zich informeren op het internet, het web. En dat er ook meer en meer gekocht wordt op het web of via het web. Dat zien we in de consumenten markt voor consumenten artikelen, dat zien we meer en meer in de BtoB markt gebeuren zelfs in de landbouw. Als KWS willen we in deze ontwikkeling mee gaan, het zou niet prettig zijn jullie als klant te verliezen en het zou misschien ook niet prettig zijn ons als leverancier te verliezen. Om die reden zijn we al eventjes aanwezig met alle mogelijke informatie over de teelt en het gebruik van mais. Vanaf nu zijn we ook aanwezig op het web om onze producten te kopen. Alle mogelijke producten, maiszaden, kun je vanaf nu via de website bestellen. De leverantie zal plaats vinden via alle mogelijke en gewenste leveranciers. Op deze manier proberen we in contact te blijven met u en uw leverancier te blijven, ook in het nieuwe virtuele tijdperk. Bezoek hier onze nieuwe webshop! KWS Benelux BV
-
Door het goede groeiseizoen en de daaropvolgende riante ruwvoerpositie is op veel melkveebedrijven de ruwvoerpositie gelukkig voldoende en vaak zelfs riant. De derogatiewetgeving heeft er voor gezorgd dat er vooral veel grasvoorraad aanwezig is. Om die reden hebben vorig jaar veel meer veehouders besloten om maïs hoger te hakselen of te oogsten als MKS en CCM. Met deze hele slimme keuze door maïs meer als krachtvoer te zien, ontstaat er meer ruimte in de pens voor de ruim aanwezige graskuil en wordt tevens voorzien in de eiwit- en structuurbehoefte. Dit heeft heel goed uitgepakt. Verhogen van de kwaliteit van maïs kan heel eenvoudig door deze hoger te hakselen. In meer extreme mate is dit het geval bij oogst en het voeren van maïs in de vorm van MKS of CCM. Wanneer voor hoger hakselen, MKS of CCM gekozen wordt, wordt het best verteerbare deel, namelijk de korrelinhoud met voornamelijk zetmeel en eiwit, geoogst. Juist daarom is het ook zo belangrijk om bij de rassenkeuze te kiezen voor de hoogste voederwaardeopbrengst, afkomstig uit de korrel. Korrelopbrengstresultaten zijn gewogen resultaten en geen berekende en daarmee het meest betrouwbaar. Tevens geven korrelopbrengstproeven ook de werkelijke vroegrijpheid van het maïsras aan. Het gebeurt nog steeds dat bepaalde rassen als vroeg worden aanbevolen, maar op de basis van de korrel helemaal niet zo vroeg blijken te zijn. Als gevolg van een laag restplantaandeel en/of een snel afstervende restplant lijken deze rassen vroeg te zijn. Het tegendeel is echter waar! De korrel bepaalt het oogstmoment en daarmee de werkelijke vroegrijpheid. Neem maar eens de proef op de som door dit het komende seizoen op maïsdemovelden in de praktijk te beoordelen. Een maïsras op de korrelmaïsrassenlijst kan ook zondermeer als silomaïs geoogst kan worden. Hoe is het anders mogelijk dat rassen als Genialis, maar ook Benedictio met een goede beoordeling op zowel de silomaïs-, maar ook op de korrelmaïsrassenlijsten als aanbevolen rassen staan? Om dit seizoen flexibel te zijn in de keuze om de maïs als silomaïs te oogsten, hoger te hakselen of te oogsten als MKS of CCM, is daarom een dubbeldoelras de beste keuze voor uw bedrijf. Door de keuze te bepalen op basis van het korrelaandeel, uitgedrukt in korrelopbrengst, kan met het beste ras wel 250 tot 500 Euro per hectare meer verdiend worden. Door kwaliteitsverhoging door hoger hakselen of oogst als MKS of CCM, wordt tevens bespaard op krachtvoerkosten en komt u op de meest voordelige manier van uw overtollige grasvoorraad af!
-
Maïs kan, evenals andere akkerbouwgewassen, onder minder optimale omstandigheden zoals bijvoorbeeld bij een gebrek aan nutriënten, door droogte, wateroverlast of door beschadiging, in stress raken en vervolgens door schimmels aangetast worden. Bij een plant in stress is een verminderde suikerproductie het directe gevolg. Suiker doet dienst als bouwsteen voor de plant (cellulose, hemicellulose, maar ook door verdere verwerking in vetten, aminozuren en lignine) én als energiebron voor de plant, maar ook als energiebron voor de niet-fotosynthetiserende parasieten: de schimmel. Planten zoals mais zijn autotroof, schimmels heterotroof. Planten slagen er dus in hun eigen energie te produceren. Schimmels (net als mens en dier) zijn aangewezen op externe energiebronnen, zijnde (organische) koolhydraten. De weersomstandigheden gedurende het huidige groeiseizoen zijn nu (helaas) juist ideaal voor een schimmelaantasting. Belangrijk en in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt: niet de schimmel is de oorzaak van het feit dat de plant sterft, maar juist het feit dat de plant sterft (gebrek aan suiker - energie) is de reden waarom schimmels zich manifesteren. De schimmel moet op zoek gaan naar een andere energie(suiker)bron. En die vindt de schimmel in de bouwstenen van de celwand onder de vorm van cellulose en hemi-cellulose. Builenbrand De schimmelsporen van builenbrand kunnen via wind, neerslag en insecten worden verspreid en de maïsplanten infecteren. Hoge temperaturen, aantasting door de fritvlieg, droogtestress en/of beschadiging door bijvoorbeeld hagel bevorderen de kieming van de sporen. Deze sporen kunnen tot tien jaar in de bodem overleven. De ernst van de aantasting is onafhankelijk van de frequentie van de maïsteelt. Verliezen in opbrengst en kwaliteit kunnen het gevolg zijn. Meerdere voederproeven hebben aangetoond dat met builenbrandsporen gecontamineerde kuilen geen negatief effect hebben op de gezondheid en de prestaties van rundvee. Terzijde, in Mexico wordt de schimmel voor culinaire gerechten gebruikt. Builenbrand wordt vooral door consequent veredelingswerk sterk teruggedrongen. Kolffusarium De voorwaarden voor een infectie met kolffusarium zijn regenrijke, koele zomers en herfstdagen. Kort gezegd: natuurlijke factoren die de bescherming van de kolf doorbreken. De witachtig-grijze tot roodachtige schimmellaag verschijnt vaak als eerste aan de top van de kolf. Zorgvuldigheid bij het voeren van door kolffusarium aangetaste maïs dient door de mogelijke aanwezigheid van mycotoxinen betracht te worden. Bladvlekkenziekte Maïs kan ook aangetast worden door bladschimmels. Met name bladschimmels als Helminthosporium, Kabatiëlla en Phoma zijn bekend. Bij een vroege aantasting (augustus - begin september) kan dit resulteren in opbrengst- en kwaliteitsverlies. Is de schimmelaantasting pas aan het eind van het teeltseizoen zichtbaar, dan blijft de schade vaak beperkt tot een visueel minder mooi gewas. Er is sprake van een zekere rasgevoeligheid voor een of meerdere van deze bladschimmels. Kiezen voor een ras met een bewezen lage gevoeligheid is daarom belangrijk. Helminthosporium turcicum Helminthosporium carbonum Phyllosticta (Phoma) Maydis Kabatiella zeae (Eye spot) Rhizoctonia Schade door Rhizoctonia wordt in maïs steeds meer aangetroffen en begint aanvankelijk door aantasting van de wortels. Als gevolg daarvan komt de water- en nutriëntenvoorziening van de getroffen planten in het gedrang. Ook de stevigheid heeft daaronder te lijden. Aangetaste wortels sterven af en bij een grote infectiedruk treedt legering op en is opbrengstverlies het gevolg. Wortel- en stengelrot Al erg vroeg kunnen verschillende in de bodem levende schimmels de wortels en stengelbasis aantasten. Ook na de mannelijke bloei is nog een aantasting mogelijk. Toenemende bruinkleuring in het onderste stengelgedeelte en een roodachtige verkleuring van de stengelkern gaat gepaard met een verminderende stevigheid van het weefsel. De steeds slechter wordende stabiliteit kan tot aanzienlijke opbrengstverliezen leiden. Negatieve invloeden op de kwaliteit van de mais en de vorming van toxische stoffen (zearalenon, trichothecenen) zijn eveneens mogelijk. De ernst van de aantasting is niet alleen afhankelijk van de aantastingsdruk, maar ook van de fysiologische constitutie van de plant. Vooral bij droogte en op zandige, lichte bodems treedt deze ziekte in sterkere mate op. Een keuze voor gezond en groenblijvende rassen is hierbij zeer belangrijk. Kopbrand Kopbrand is een schimmelziekte (Sphacelotheca reiliana) die op steeds meer plaatsen voorkomt. In de praktijk wordt deze schimmelaantasting niet altijd herkend, omdat deze mogelijk verward wordt met de schimmel die Builenbrand veroorzaakt (Ustilago maydis). De overeenkomst is dat beide schimmels in de grond overblijven, maar de mate van schade bij kopbrand is veel groter. Bij een aantasting met kopbrand worden de kolf en pluim van de maïsplant in sporen omgezet. Na de bloei worden de ziektesymptomen zichtbaar in de vorm van uitwassen en sporenkapsels. De aantasting is alleen te zien aan de kolf en de pluim van de maïsplant. Sterk aangetaste pluimen hebben een ‘flessenborstel’ aanzicht. Aangetaste kolven zijn kleiner dan gezonde, zijn peervormig en voelen zacht/pluizig aan. Bij een zware aantasting is een voor kopbrand kenmerkende ‘zwarte stofwolk’ van schimmelsporen rond de hakselaar tijdens het hakselen van de maïs waar te nemen. Via deze machine en door de wind worden deze sporen verder op het bewuste, maar ook naar naburige percelen verspreid. De mate van aantasting en daarmee schade is afhankelijk van de (weers)omstandigheden, de schimmeldruk en de gevoeligheid van het gezaaide ras. Gevallen van aantasting van 20% op perceelsniveau tot pleksgewijs zelfs 100% zijn bekend. Voorkomen is beter dan genezen Om de aantasting met schimmels in het volgende groeiseizoen zo weinig mogelijk kans te geven, zijn een uitgebalanceerde bemesting, vruchtwisseling, stimulering van de vertering van oogstresten en de keuze voor een maisras waarvan bewezen is dat deze weinig gevoelig is voor schimmels, belangrijke voorwaarden.
-
Mais oogsten; de allerbelangrijkste aandachtspunten in verband met de oogst, opslag en bewaring van maïs. Raadpleeg ook de KWS-maïsmanager voor meer informatie op www.kws-maismanager.nl
-
Kom alles te weten over de meest voorkomende schimmelziektes die voorkomen in de maïsteelt. Raadpleeg ook de KWS-maïsmanager voor meer informatie op www.kws-maismanager.nl
-
In volgende video worden de belangrijkste aandachtspunten van de veldopkomst van maïs en de onkruidbehandeling behandeld. Raadpleeg ook de KWS-maïsmanager voor meer informatie op www.kws-maismanager.nl
-
In deze video worden de belangrijkste aandachtspunten van maïs zaaien behandeld. Raadpleeg ook de KWS-maïsmanager voor meer informatie op www.kws-maismanager.nl
-
Het bemesten van maïs. Deze video laat het belang van de juiste bemesting op basis van een bemestingsplan voor mais en behoud van goede bodemvruchtbaarheid zien. Raadpleeg ook de KWS-maïsmanager voor meer informatie op www.kws-maismanager.nl”
-
De juiste maïsrassenkeuze wordt (terecht) bepaald op basis van proefresultaten en meerjarige ervaringen uit de praktijk op het eigen bedrijf of uit de omgeving. Deze ervaringen bevestigen keer op keer dat de werkelijke vroegrijpheid van een maïsras gebaseerd moet zijn op de kolf en niet op de totale plant. Het rijpheidsstadium waarin moderne maïsrassen in de nazomer verkeren, bepaalt namelijk ook het moment waarop de loonwerker wordt ingeschakeld en de maïs wel of niet voldoende rijp gehakseld kan worden.
-
Het zaaien van een vanggewas na de teelt van maïs is belangrijk om enerzijds eventuele uitspoeling van reststikstof te beperken en anderzijds mede te voorzien in de aanvoer van de broodnodige organische stof. Als gevolg van de huidige mestwetgeving dalen de organische mestgiften op maïs. Zonder vanggewas is de organische stofbalans van silomaïs al snel negatief omdat de aanvoer van effectieve organische stof (EOS) ten opzichte van de afvoer met het maïsgewas te klein is. Een vanggewas, of ook wel tussenvrucht of groenbemester genoemd, wordt geteeld om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren en de afname van organische stof in de bodem tegen te gaan. Meer organische stof heeft een duidelijke positieve invloed op het stikstof leverend vermogen (NLV) van de grond. Daarnaast zorgt een vanggewas ervoor dat de uitspoeling van stikstof tegengegaan wordt door het vastleggen (vangen) van de stikstof die na de oogst van de maïs in de bodem is achter gebleven. Er zijn verschillende soorten vanggewassen die na maïs geteeld kunnen worden, maar de meest gebruikte zijn Italiaans raaigras en winterrogge. Met name deze laatste kan tot laat in de herfst (advieszaai voor 1 november) worden gezaaid en is winterhard. Bij het maken van een keuze van zaai van één van bovengenoemde vanggewassen zullen het doel, de eigenschappen van het vanggewas, de uitgangssituatie van de grond, de voorkeur van de teler en het tijdstip van zaaien doorslaggevend zijn. Voor een goede werking als vanggewas van reststikstof moet de zaai zo snel mogelijk en eigenlijk liefst binnen 24 uur na de oogst plaats vinden. Er zijn verschillende machines in gebruik voor bewerking van de maïsstoppel en zaai van het vanggewas. Vaak gebeurt dit in één werkgang. Bij oogst onder gunstige omstandigheden en op lichte grond volstaat een redelijk oppervlakkige grondbewerking (10-15 cm) met een cultivator of schijveneg. Na oogst onder zwaardere omstandigheden is het verstandig om de grond dieper (20-25 cm) los te trekken. Het zaaiadvies per hectare ligt voor de meest gebruikte vanggewassen gras tussen 25-45 kg per hectare, voor rogge tussen 60-100 kg en voor een mengsel van gras en rogge tussen 60-75 kg.
-
Het moment is aangebroken om uw maïsgewas te beoordelen op afrijping en het oogstmoment te bepalen. Het bepalen van het juiste oogstmoment is één van de belangrijkste momenten bij de teelt van maïs. Het bepaalt namelijk de maximale drogestofopbrengst én de optimale energiedichtheid van silomaïs. De bepaling van het oogstmoment in KWS maïsrassen is niet moeilijk en hoeft niet veel tijd te kosten. Voor de bepaling van het juiste oogstmoment is het belangrijk om de rijpheid van de korrel te beoordelen. De korrel bepaalt per slot van rekening het oogstmoment: ook van silomaïs! Loop hiervoor een aantal meters het maïsperceel in en pluk willekeurig een aantal kolven. Breek vervolgens de kolven doormidden en snijd een aantal korrels uit het midden van de kolf overlangs door. Op basis van de zogenaamde ‘melklijn’ in de korrel kan het drogestofpercentage van de korrel geschat worden (zie illustraties). Om de optimale zetmeelopbrengst te behalen is het voor u als teler van groot belang om te wachten met oogsten totdat de korrel het harddeegrijpe tot volledig rijpe stadium heeft bereikt. Uitgedrukt in geld betekent dit per hectare 300 – 350 Euro meer, wanneer geoogst wordt in het volledig rijpe stadium en niet in het deegrijpe stadium. Dit betekent dat er kwalitatief hoogwaardiger ruwvoer wordt gewonnen, waardoor er meer bespaart kan worden op de aankoop van duur mengvoer. Bevindt de korrel zich in het deegrijpe stadium (50%), dan duurt het nog ongeveer een week voordat de korrel in het harddeegrijpe stadium (55%) komt en daarmee het optimale oogstmoment voor silomaïs heeft bereikt. U kunt hier rekening mee houden bij het maken van de afspraak met de loonwerker. Het gemiddelde drogestofpercentage van de totale plant ligt bij een goede silomaïsopbrengst, wanneer geoogst wordt in het harddeegrijpe tot volledig rijpe stadium, rond de 35%. Bij dit drogestofpercentage blijven perssapverliezen achterwege en is de kans op broei tijdens de voerperiode klein. Neem contact op met uw loonwerker, zodat de oogst van uw maïs in zijn planning wordt opgenomen en uw maïs niet te vroeg of te laat geoogst wordt! De oogstmomentbepaling kan ook eenvoudig worden uitgevoerd met de handige tool: ‘Oogsttijdstip’ op de KWS-Maïsmanager App. Heeft uw verder nog vragen over de bepaling van het juiste oogstmoment? Neem dan contact op met uw regionale KWS adviseur. U vindt zijn/haar contactgegevens op www.kwsbenelux.com
-
KWS maïs demodagen 2015 in het teken van rendement Maïs is een populair gewas en van grote waarde voor de veehouderij. Hier zijn meerdere redenen voor te geven. Ten eerste vraagt de teelt weinig arbeid en wordt daarnaast vaak grotendeels wordt uitbesteed aan de loonwerker. Dit is op grotere melkveebedrijven, waarbij arbeid vaak de beperkende factor is, van groot belang. Daarnaast leveren moderne maïsrassen veel hogere droge stofopbrengsten dan bijvoorbeeld gras. Ook gaat maïs efficiënt om met de voedingsstoffen die het gewas ter beschikking staan. Met nieuw elitemateriaal wordt in de veredeling hard gewerkt aan maïsrassen van de toekomst met een nog betere benutting van bijvoorbeeld stikstof en fosfaat. Het gaat daarnaast in de veredeling van maïs om degelijkheid om ook onder grillige teeltomstandigheden in de gangbare praktijk bij de teler betrouwbare resultaten te kunnen leveren. De juiste kennis en het beste product Het hoogste rendement van de teelt van maïs op uw bedrijf wordt bepaald door een combinatie van de juiste teelttechniek en de beste maïsrassenkeuze. Dat is dan ook het thema van de komende KWS maïs demodagen. Als de teeltomstandigheden optimaal zijn, maakt de genetische potentie van het maïsras wat op het bedrijf geteeld wordt, het verschil. Juist om bovenstaande redenen is het zo belangrijk om geïnformeerd te worden over optimalisatie van de teelttechniek en op de hoogte te blijven van de allerlaatste ontwikkelingen op het vlak van de veredeling, door de nieuwste maïsrassen te bekijken op een KWS maïs demo bij u in de buurt. U bent van harte welkom en wordt te woord te gestaan door uw vertrouwde KWS adviseur. De data en locaties vindt u in de agenda op deze website.
-
Het oogstmoment van de moderne maïsrassen wordt bepaald door de korrel. Zeker ook voor silomaïs. Per slot van rekening gaat het om het behalen van een zo hoog mogelijke financiële opbrengst, wat bij maïs hoofdzakelijk bepaald wordt door de kolf.
-
Introductie van de meest complete App voor de teelt en het gebruik van maïs. Vanaf nu, voor iedereen en overal beschikbaar: de KWS-Maïsmanager App! Een goede advisering omtrent de keuze, teelt en het gebruik van maïs is van groot belang. Om hieraan een positieve bijdrage te leveren, introduceert KWS Benelux de KWS-Maïsmanager App.
-
KWS-maisrassen (met in het bijzonder Ricardinio) brengen 10 tot 15 % meer zetmeel per ha op dan de beste maisrassen van de rassenlijst voor snijmais.
-
-
De Maisanalizer ® van KWSDé nieuwe en enige juiste basis voor rassenselectie en rassenkeuze van silomais!
-
-
-
-
ECHTE ENERGIEMAIS IS GEWENST ! DE FERMENTOR IS GEEN KOE ! Ervaringen uit de praktijk bevestigen onderzoeksresultaten! Conclusie: Per ton verse massa mais dezelfde hoeveelheid gas ongeacht drogestofgehalte! Uit proeven blijkt dat de gasproductie uit mais per ton verse massa niet toeneemt met het toenemende drogestofgehalte en toenemende zetmeelgehalte. Per kg drogestof daalt de gasproductie sterk. We kunnen hieruit concluderen dat de achteruitgang in kwaliteit van de restplant niet wordt gecompenseerd door het hogere zetmeelgehalte. Bij de koe wordt het meer dan gecompenseerd omdat deze een maagdarmkanaal heeft waarin zetmeel optimaal geutiliseerd kan worden. Zo’n maagdarmkanaal ontbreekt bij de Bio-gasinstallatie. De bacterien in een biogas installatie breken de koolwaterstoffen (suikers, zetmelen, hemi-cellulose en cellulose) zeer efficient af. Alleen lignine wordt niet omgezet. Tijdens de generatieve fase(kolfvorming) treedt de ligninificatie en verhouting op. Hierdoor gaat de kwaliteit van de restplant voor de fermentor sterk achteruit. Door deze ontwikkeling zien we geen verhoging van de gasproductie per ton verse massa bij verhoging van het ds-gehalte. Om die reden is het het beste om de mais te oogsten tussen de 28 en 32% ds. Op dat moment kunnen we toch inkuilen zonder perssapverliezen te hebben. Deze conclusies kan men ook trekken uit ervaringen in de praktijk met biogasinstallaties die alleen op mais draaien. Een voorbeeld uit de praktijk in Noord-Nederland : Gasproductie gegevens maisvergister. Opgesteld vermogen 1670 Kwh. (2 X 835 Kwh.) Er wordt zoveel gas geproduceerd dat 1 motor 1 tot 2 uur per 2 dagen niet kan draaien (er gaat dus geen gas verloren). Gemiddelde productie per uur is dus 47/48 X 1670 Kwh. = 1635 Kwh. De motoren gebruiken per uur 700 M3 gas Gemiddeld per uur dus 47/48 X 700 = 685 M3 gas Er wordt vanaf het moment dat de optimale gasproductie was bereikt (half september) elke dag 85 ton mais gevoerd. Ook van mais 3 (met hoog ds. gehalte en veel zetmeel) moet nog steeds 85 ton mais per dag gevoerd worden om de optimale, benodigde gasproductie te halen. Mais per uur 85/24 = 3,5 ton Gas per uur 685 M3 Gasproductie per ton mais 193 M3 Energiemais Gevoerd ds. vem. vos fos VCOS zet- meel van tot mais 1 e-mais oogst 2005 28,9 865 663 492 69,0 259 01.08.06 15.11.06 mais 2 e-mais oogst 2006 31,4 884 675 484 70,1 302 15.11.06 30.12.06 mais 3 diverse rassen oogst 2006 * 37,0 947 714 500 74,7 354 30.12.06 heden * mais 3 is een maiskuil van meerder rassen e-mais en snijmais. Gasproductie M3 per ton drogestof. mais 1 669 mais 2 616 mais 3 523 Gebaseerd op deze ervaring kunnen we voor de Bio-gas installatie adviseren speciale energiemais te zaaien die een enorme biomassa produceert, het hele groeiseizoen benut en deze te oogsten aan het begin van de generatieve fase bij 29 tot 30% drogestof in de totale plant.
Actueel Suikerbiet
-
KWS investeert verder in het onderzoek naar voederbieten voor de Nederlandse veehouderij. Lees hier meer over de nieuwe rassen LAURENA KWS en PIERINA KWS.
-
De Aanbevelende Rassenlijst 2019 komt met twee nieuwe KWS bietenrassen voor aankomend seizoen. De rassen TESSILIA KWS en LONNEKA KWS zijn toegelaten in het bietencysteaaltjes segment. Beide rassen scoren 102 voor financiële opbrengst. TESSILIA KWS scoort tevens zeer goed in de lijst met rassen zonder deze bietencysteaaltjesresistentie. Beide rassen zijn onbeperkt beschikbaar. Voor een overzicht zie hier het Rassenoverzicht Suikerbieten 2019.
-
Vorig jaar introduceerde KWS deze bijzondere service. Reeds 1300 telers hebben zich aangemeld. Bij aankoop van KWS bietenzaad in 2019 ontvangt u automatisch een mail om de percelen te registreren. Diegenen die nog geen account hebben aangemaakt, kunnen dit doen op www.beetseedservice-nl.com Bekijk deze video voor meer informatie.
-
Vanaf 20 augustus tot en met 5 september 2018 biedt Suiker Unie de mogelijkheid om bietenzaad te bestellen met een ‘’vroegbestelkorting’’. In augustus van dit uitzonderlijke teeltjaar 2018 kijken we al vooruit naar 2019. KWS biedt in de vroegbestelling tien rassen aan, in vier verschillende segmenten. Voor rhizoctoniapercelen blijft Isabella KWS een interessante biet. Inmiddels is 100.000 hectare van deze biet gezaaid. Vooral de rooibaarheid en de resistentie van dit ras zijn redenen om dit ras opnieuw te bestellen. In het bietencysteaaltjes segment is Evamaria KWS het aanbevolen ras. Het ras combineert een hoog suikergehalte met een goede wortelopbrengst. In de ‘’normale’’ rhizomaniegroep worden vier KWS-rassen aangeboden. Later dit jaar komen echter nieuwe, betere rassen beschikbaar. Zie hiervoor de Brochure Suikerbietenzaad 2019 . Het drievoudig resistente ras Urselina KWS is een interessant ras om tijdens de vroegbestelling vast te leggen. De opvolger (Edonia KWS) is te bestellen in de hoofdbestelling. Deze is echter beperkt beschikbaar. Kijk voor meer informatie over de rassen en onze Beet Seed Service op: Bietenrassen 2019.
-
Binnenkort bestaat de mogelijkheid om uw bietenzaad met korting te bestellen. Kies een vertrouwd topras van KWS en maak tevens gebruik van onze service. Bekijk onze nieuwe video voor informatie.
-
Welkom op de pagina van de KWS Beet Seed Service. Hier kunt u zich registreren om gebruik te maken van deze gratis service. De Beet Seed Service is een initiatief van KWS en is geïntroduceerd in het voorjaar van 2018. Indien u onverhoopt genoodzaakt bent uw perceel over te zaaien, bieden wij u 50% korting op de prijs van het opnieuw aangekochte bietenzaad. De korting geldt alleen voor telers die Nederlands KWS-bietenzaad aangekocht hebben via het portaal van Suiker Unie. Aangekocht bietenzaad in zowel de vroeg- als laatbestelling komen in aanmerking voor deze service. Klik hier op INLOGGEN om een account te creëren voor 2019.
-
Met passie je beroep uitoefenen… dat is onafhankelijkheid. Wij delen diezelfde passie en dat verbindt ons. Bekijk onze nieuwe video.
-
CSAR heeft de nieuwe Aanbevelende Rassenlijst 2018 uitgebracht op 16 november 2017. Dit jaar komt KWS Benelux BV met 5 nieuwe rassen in vier verschillende segmenten. In het rhizomanie segment wordt SHANINA KWS aangeboden. Dit ras beschikt over een aanvullende rhizomanie resistentie. In het rhizoctonia segment worden dit jaar grote stappen gemaakt. De rassen NEENA KWS en NATASSIA KWS komen met mooie cijfers op de Aanbevelende Rassenlijst. EVAMARIA KWS is de nieuwe zoete aaltjes-biet voor 2018 met een uitstekende financiële opbrengst van 102. Verder gaat de ontwikkeling bij de drievoudig- resistente rassen door. Momenteel staat het drievoudig resistent ras URSELINA KWS klaar om te worden uitgeleverd voor de zaai in 2018. Het ras scoort vier punten financiële opbrengst beter dan Isabella KWS en beschikt daarnaast nog over aanvullende rhizomanie- en bietencysteaaltjes resistentie. Sommige 2e jaars rassen zijn nu al beperkt beschikbaar. In het rhizomanie segment gaat het om het ras 6K656 (SASKIA KWS). In het bietencysteaaltjes segment worden de rassen 6K668 (LONNEKA KWS) en 6K682 (TESSILIA KWS) beperkt aangeboden. Kijk hier voor meer informatie over de KWS-rassen 2018.
-
Meer en meer veehouders (her) ontdekken de biet als voedermiddel. KWS investeert reeds jaren in nieuwe rassen voor dit segment. De nieuwe Feedbeet is de moderne versie van de aloude voederbiet. In tegenstelling tot de voederbiet bevat de Feedbeet een hoger drogestofgehalte en de nodige resistenties. Lees hier meer over het voeren van bieten.
-
Suikerbieten: klaar voor 2017 Zonder onderzoek en veredeling, zou de suikerbietenteelt in Europa niet meer in grote mate van belang zijn. Het feit dat het gewas nog altijd zeer concurrerend is en dat ook in de toekomst zal blijven, is het resultaat van de voortdurende inspanningen van suikerbiettelers zoals KWS. Wist u dat producenten binnen de afgelopen twintig jaar tot 64 % per hectare meer hebben geproduceerd? Lees hier meer..
-
Alle bietendemovelden zijn gezaaid. De gemiddelde zaaidatum voor de Nederlandse bietenteelt is 3 april. Dit komt overeen met het langjarige gemiddelde. KWS is ook dit seizoen weer aanwezig op verschillende demodagen. Klik hier voor de data in 2017
-
KWS werkt reeds jaren aan de verbetering van de opbrengst en kwaliteit van de suikerbiet. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakte op 30 januari bekend dat de suikeropbrengst per hectare de laatste 65 jaar is verdubbeld. Voor meer informatie zie: CBS jan 2017 . Een groot gedeelte van de opbrengststijging is toe te schrijven aan de verbetering van de rassen. De opbrengststijging in Nederland was in de periode 2002-2016 ongeveer 3,5% per jaar. Hiervan is 1,2% direct toe te schrijven aan de verbeterde genetica. In een monocultuur als suikerbieten is de bescherming tegen ziekten en plagen van groot belang. Via intensief kweekwerk zijn kweekbedrijven erin geslaagd om diverse resistenties in te kruisen in de suikerbiet. Bietencysteaaltjes resistente rassen hebben een behoorlijke opmars gemaakt. Het areaal van rassen met aanvullende rhizomanie resistentie (RZ2.0) groeit gestaag. De volgende stap zal de uitbreiding van het areaal drievoudig resistente rassen zijn. In 2017 wordt reeds 2% (1700 ha) ingezaaid met deze ‘’triple’’ rassen. Zonder deze bescherming was de bietenteelt minder interessant en plaatselijk zelfs onmogelijk.
-
Meer en meer (melk) veehouders herontdekken de voederbiet als alternatief veevoer. De Feedbeet is een vernieuwde voederbiet met extra voordelen.
-
CSAR heeft de nieuwe Aanbevelende Rassenlijst 2017 uitgebracht op 16 november 2016. Dit jaar komt KWS Benelux BV met 3 nieuwe rassen in twee verschillende segmenten. In het rhizomanie segment komen ELISABETA KWS en XAVIERA KWS als nieuwkomers. In het rhizoctonia segment wordt het ras WILHELMINA KWS geïntroduceerd. Dit ras scoort na 3-jarig onderzoek beter dan de standaard. KWS heeft meerdere rassen in onderzoek. Na drie jaar onderzoek maken de rassen kans om te worden opgenomen in de Aanbevelende Rassenlijst. Sommige 2e jaars rassen zijn nu al beperkt beschikbaar. In het rhizomanie segment gaat het om het ras 5K532 (SHANINA KWS), dit ras bezit de aanvullende rhizomanie resistentie. Ook de topper 5K557 (EVAMARIA KWS) is beschikbaar voor uitzaai in 2017. Dit ras combineert suikergehalte en financiële opbrengst. In het rhizoctonia segment wordt de grootste vooruitgang geboekt met de 2e jaars rassen 5K566 (NEENA KWS) en 5K586 (NATASSIA KWS). Deze scoren beiden aanzienlijk beter dan de huidige standaard. Verder gaat de ontwikkeling bij de drievoudig- resistente rassen door. Twee jaar geleden werd het eerste triple ras gepresenteerd. Dit ras scoorde, onder niet besmette omstandigheden, slechter dan de Isabella KWS. Momenteel staat het drievoudig resistent ras 5K577 (URSELINA KWS) klaar om te worden opgenomen in de Rassenlijst van 2018. Het ras scoort momenteel vijf punten financiële opbrengst beter dan Isabella KWS. Voor het groeiseizoen 2017 zijn reeds een aantal pakken beschikbaar. Hier meer over de rassen Rassenbulletin suikerbieten 2016 KWS RASSENOVERZICHT 2017
-
KWS oogst proefveldpercelen met een speciale oogstmachine. De rooier genaamd “PUMA” (Duitse afkorting van Parzellen und Messwert Analyse) heeft als basis de Grimme Maxtron maar is door KWS aangepast. Duizenden proefveldjes op tientallen locaties worden per jaar met deze machine geoogst. KWS test op deze locatie nieuwe hybride kruisingen. Slechts een heel klein deel van dit, op de veredelingsladder, zeer jonge bietenmateriaal zal misschien eens terug zijn te vinden in de rassenbeproeving van het IRS. De PUMA is een hoog technische machine die in staat is om twee percelen in één keer te rooien en daarvan heel nauwkeurig het bruto- en het nettogewicht te bepalen. Revolutionair is de bepaling van het suikergehalte uit stukjes biet met behulp van NIR techniek op deze machine. De gegevens van overdag gerooide bieten kunnen dus ’s avonds al bekeken worden door de Kweker te Einbeck (D).
-
De Aanbevelende Rassenlijst 2016 komt met drie nieuwe KWS bietenrassen voor 2016. In het rhizomanie segment presenteert KWS het ras VULCANIA KWS. Dit ras kenmerkt zich door een goede financiële opbrengst in combinatie met een 8 voor vroegheid grondbedekking. In het bietencysteaaltjes segment is LEONELLA KWS toegelaten. Dit ras geeft zowel met als zonder bietencysteaaltjes een uitstekende opbrengst. HENDRIKA KWS vervangt een eerder KWS ras in het segment van de drievoudig resistente rassen. Voor een overzicht van de rassen zie hier het Rassenoverzicht Suikerbieten 2016.
-
KWS heeft in 2015 de vernieuwde voederbiet geïntroduceerd. Deze biet wordt Feedbeet genoemd. Feedbeet kenmerkt zich door een hoge drogestofopbrengst en een hoog drogestofgehalte. In tegenstelling tot de traditionele voederbiet is de Feedbeet qua teelt en oogst vergelijkbaar met de suikerbiet. De mechanisatie van de suikerbietenteelt kan volledig worden ingezet bij de teelt van Feedbeet.
-
update KWS zomer 2015 Kijk interview met KWS
-
De nieuwe rassenlijst is uitgebracht op 20 november 2014. Dit jaar komt KWS Benelux BV met 5 nieuwe rassen in drie verschillende segmenten.
-
KWS Benelux start in 2015 met de verkoop van de Feedbeet, een veredelde voederbiet. De Feedbeet kenmerkt zich door het hoge drogestofgehalte en daardoor goede bewaarbaarheid.